1. Het totale bedrag aan DDB dat een belastingplichtige voor een belastingtijdvak in alle lidstaten verschuldigd is, wordt door de belastingplichtige betaald in de lidstaat van identificatie.
2. Het totale bedrag aan DDB dat verschuldigd is, wordt aan de lidstaat van identificatie betaald uiterlijk 30 werkdagen volgende op het einde van het desbetreffende belastingtijdvak en de belastingplichtige vermeldt bij de betaling het toegekende DDB-aangiftenummer.
3. Indien een belastingplichtige een betaling verricht zonder vermelding van het toegekende DDB-aangiftenummer, of het vermelde nummer geen betrekking heeft op een openstaande DDB-aangifte, kan de lidstaat van identificatie stappen nemen om de zaak uit te klaren. Als de zaak niet wordt uitgeklaard, wordt de betaling aan de belastingplichtige geretourneerd en voor de toepassing van de leden 1 en 2 geacht niet te zijn verricht.
4. Betalingen worden verricht op een door de lidstaat van identificatie aangewezen bankrekening.
5. De lidstaat van identificatie kan verlangen dat de betaling in zijn nationale valuta wordt verricht.
6. Een lidstaat van identificatie die een hogere betaling ontvangt dan het totale bedrag aan DDB dat verschuldigd is zoals vermeld in de desbetreffende DDB-aangifte, geeft het teveel betaalde bedrag rechtstreeks terug aan de betrokken belastingplichtige.
7. Wanneer een lidstaat van identificatie een bedrag heeft ontvangen met betrekking tot een DDB-aangifte die nadien onjuist blijkt te zijn en overeenkomstig artikel 17 wordt gewijzigd, terwijl deze lidstaat dat bedrag reeds heeft verdeeld over de lidstaten waar DDB verschuldigd was, geven de lidstaten waar DDB verschuldigd was, elk hun respectieve deel van het teveel betaalde bedrag rechtstreeks terug aan de belastingplichtige.